Trigger-vingeroefeningen, die optreden wanneer de vinger plotseling buigt, dienen om de strekspieren van de hand te versterken, vooral de aangedane vinger, waardoor de natuurlijke beweging van de triggervinger wordt tegengegaan.
Deze oefeningen zijn belangrijk omdat normaal de buigspieren, die verantwoordelijk zijn voor het vouwen van de vingers, sterker worden, terwijl de extensoren zwakker worden en een spieronbalans veroorzaken.
Voordat deze oefeningen worden uitgevoerd, kunt u het aangetaste gewricht masseren om de doorbloeding te vergemakkelijken en het gewricht helpen smeren door het gewricht zachtjes gedurende 2 tot 3 minuten rond te draaien met cirkelvormige bewegingen.
Sommige trigger-vingeroefeningen kunnen dus zijn:
Oefening 1
Plaats de hand met de aangedane vinger op een plat oppervlak en til de aangedane vinger zo ver mogelijk omhoog, waarbij de rekking gedurende 30 seconden wordt gehandhaafd, zoals weergegeven in de afbeelding. Herhaal de oefening 3 tot 5 keer.
Oefening 2
Plaats een elastiek rond je vingers door je vingers te dwingen de hand te openen en het elastiek uit te rekken. Keer langzaam terug naar de beginpositie en herhaal de oefening ongeveer 10 tot 15 keer.
Oefening 3
Leg het deeg onder je hand en probeer het uit te rekken, waarbij je je vingers recht houdt, zoals op de foto. Doe deze oefening gedurende 2 minuten.
De oefeningen moeten langzaam worden uitgevoerd en wanneer het individu begint te voelen dat de pijn zou moeten stoppen. Om de stijfheid van de hand te verlichten, de pezen te verwarmen en de vinger te strekken, kunt u uw hand in een kom met warm water leggen.